Kant-en-klaarmaaltijd-retortmachine

1. Vullen van de autoclaaf en waterinjectie: Plaats eerst het te steriliseren product in de autoclaaf en sluit de deur. Afhankelijk van de temperatuurvereisten voor het vullen van het product, injecteert u het sterilisatieproceswater op de ingestelde temperatuur vanuit de warmwatertank in de autoclaaf totdat het ingestelde vloeistofniveau is bereikt. Een kleine hoeveelheid proceswater kan ook via de warmtewisselaar in de sproeibuis worden geïnjecteerd.

2. Sterilisatie door verwarming: De circulatiepomp circuleert het proceswater aan de ene kant van de warmtewisselaar en sproeit het, terwijl aan de andere kant stoom wordt geïnjecteerd om het te verwarmen tot de ingestelde temperatuur. De folieklep regelt de stoomstroom om de temperatuur te stabiliseren. Heet water wordt verneveld en op het productoppervlak gespoten om een ​​gelijkmatige sterilisatie te garanderen. Temperatuursensoren en een PID-functie controleren de temperatuurschommelingen.

3. Koeling en temperatuurverlaging: Zodra de sterilisatie is voltooid, stopt u de stoominjectie, opent u de koudwaterklep en injecteert u koelwater in de andere zijde van de warmtewisselaar om de temperatuur van het proceswater en de producten in de ketel te verlagen.

4. Afvoer en voltooiing: laat het resterende water weglopen, laat de druk af via de uitlaatklep en voltooi het sterilisatieproces.

Afvoer en voltooiing: laat het resterende water weglopen, laat de druk af via de uitlaatklep en voltooi het sterilisatieproces.